Bij de vierde editie van de Nationale Bijentelling is afgelopen weekend, op 17 en 18 april, een recordaantal bijen geteld. Meer dan negenduizend mensen noteerden meer dan 200.000 bijen. Een forse stijging ten opzichte van vorig jaar, en dat is goed nieuws voor het klimaat.
Bijen en het klimaat
Hommels en bijen zijn extreem gevoelig voor klimaatverandering. In Nederland staat de helft van alle 358 bijensoorten op de Rode lijst. Dat betekent dat ze bedreigd of al (bijna) uitgestorven zijn. Klimaatverandering speelt daar een grote rol in. Denk bijvoorbeeld aan de stijgende temperaturen: daar zijn bijen niet tegen bestand wegens hun dik behaarde vacht. Door stijgende temperaturen worden de bijen nu soms in januari al geboren, wanneer er nog een groot voedseltekort is. Het baart wetenschappers grote zorgen, want bijen vormen een essentieel onderdeel van ons ecosysteem. Hommels en bijen dragen bij aan de biodiversiteit van bloemen en planten, maar ook van dieren in de natuur, met grote gevolgen van dien als de bij uitsterft. Zo toonde een groot onderzoek aan dat in 22 Europese landen bijen niet meer in staat waren om 90% van de gewassen te bestuiven. In Nederland is 80% van de gewassen afhankelijk van bijenbestuiving.
Wat zoemt er in je achtertuin?
Om deze reden is de Nationale Bijentelling in het leven geroepen, een initiatief van onder meer museum Naturalis en Natuur & Milieu. Op deze dag worden mensen actief opgeroepen om bijen te gaan tellen in hun eigen tuin of vanaf hun balkon. Zo hoopt de stichting een reëel inzicht te krijgen van de bijensoorten in Nederland. Bovendien wordt er zo ook bewustzijn gecreëerd onder Nederlanders. Ruim 10.000 mensen deden mee aan de actie, ongeveer net zo veel als vorig jaar. Middels een ‘zoekformulier’ zaten zij op 17 en 18 april zo’n 30 minuten in de tuin om de verschillende bijen te tellen.
Honingbij winnaar van de Nationale Bijentelling
Net als de voorafgaande drie jaar staat de honingbij weer met stip op één als de meest getelde soort. Hoewel de resultaten nog nauwkeurig nageteld moeten worden, lijkt het erop dat de honingbij al meer dan 50.000 keer geteld werd. Hierna volgt, met gepaste afstand, de rosse metselbij en de aardhommel, die allebei ongeveer 12.000 keer werden waargenomen. Dat de honingbij veel meer voorkomt in Nederland zou kunnen liggen aan hobby-imkers, waarvan de bijen over de woonwijken uitwaaieren. Desalniettemin, een grote stijging dus.
Bijenexpert Naturalis Koos Biesmeijer ligt toe: “Afgelopen jaren is er veel aandacht geweest voor bijen. Niet alleen hebben veel gemeenten hun maaibeleid verbeterd, ook veel tuineigenaren hebben meer aandacht besteed aan een natuurlijke en bijenrijke tuin. Meer groen en bloemen, minder tegels en een bijenhotel hebben veel tuinen aantrekkelijker gemaakt voor bijen”.
Wil je meer lezen over de biodiversiteit in Nederland? Lees dan hier verder.