Vorige week vrijdag was het zo ver: de presentatie van de nieuwe stikstofdoelen. Het kabinet bevestigde middels een natuuranalyse van het Ministerie van Landbouw hoe de stikstofuitstoot in sommige (beschermde) natuurgebieden met minstens 95 procent omlaag moet en in de ring rondom deze gebieden met 70 procent. Dat zal in verschillende gebieden in Nederland grote veranderingen teweeg brengen. Vooral Nederlandse boeren zijn niet blij en en de boerenprotesten laaiden weer op. Zo stellen zij bijvoorbeeld dat de landbouw maar weinig tot geen aandeel heeft in de stikstofproblematiek. Maar is dat wel zo? Hier de feiten over stikstof op een rij.
Wat is stikstof eigenlijk?
De atmosfeer bestaat voor zo’n 80 procent uit stikstof. In de simpelste vorm, is stikstof een natuurlijk gas, wat niet schadelijk is voor mensen, dieren en planten. Sterker nog, we hebben stikstof nodig om te kunnen leven: elke adem die wij nemen bestaat voor vier vijfde uit stikstof. Wat is dan het grote probleem, zou je denken. Daarvoor kijken we naar een stukje scheikunde: stikstof kan zich in de lucht hechten aan andere stoffen, waardoor er een reactieve stikstof ontstaat die wél schadelijk is voor mens en natuur.
Menselijke activiteiten waarbij stikstofverbindingen in grote hoeveelheden vrijkomen, leiden tot problemen met de ecosystemen op onze planeet en daardoor heeft overmatige stikstof productie directe gevolgen op onze leefomgeving en biodiversiteit. Er wordt dan bijvoorbeeld stikstofoxide of ammoniak geproduceerd. Stikstofoxiden worden vooral uitgestoten door de industrie en het verkeer. De landbouw is verantwoordelijk voor de uitstoot van ammoniak. We kampen daardoor met een door de mens veroorzaakte stikstofoverschot. In de afbeelding hieronder, zie je hoe zo’n proces eruit ziet.
Stikstofoverschot inperken
Om de gevolgen van het stikstofoverschot in te perken, moeten landen voldoen aan stikstofrichtlijnen om de natuur te beschermen. Al helemaal in Nederland, want momenteel heeft Nederland per hectare ongeveer vier keer zo veel uitstoot als het Europese gemiddelde. Nederland kent dus dus veel stikstofuitstoot op een relatief klein oppervlakte en dat dan ook nog eens vlak naast natuurgebieden. Veelal veroorzaakt door onze veehouderij. In 2019 oordeelde de Raad van State daarom dat het zo echt niet langer kon: er moest op korte termijn en plan volgen om het stikstofoverschot in landbouw én omliggende natuurgebieden in te perken.
Nieuwe stikstofdoelen
En dat plan ligt nu eindelijk op tafel. Na een aantal kleine maatregelen, zoals bijvoorbeeld de aanpassing in de maximumsnelheid van 130 naar 100 op de snelweg, werd er gewerkt aan een permanent plan. Dit nieuwe plan is voornamelijk gefocust op de landbouwsector, een nieuwe analyse maakte namelijk duidelijk dat bijna de helft (46 procent) van alle stikstof in Nederland afkomstig is uit deze sector. Bovendien zijn landbouwbedrijven vaak gevestigd in de buurt van Natura 2000-gebieden, dat zijn natuurgebieden die juist extra beschermd moeten worden. De nieuwe doelen stellen dat in 2030 in drie kwart van de natuurgebieden weer sprake moet zijn van een veilig stikstofniveau. Daarvoor moet landelijk de stikstofuitstoot met 50 procent minderen, en dat in acht jaar tijd!
Reductie van 95 procent
Om dat doel te realiseren, wil het Kabinet in sommige gebieden wel 95 procent minder uitstoot. Een flinke opgave. Concreet betekent dit, dat er boerenbedrijven moeten worden opgeschort of dat boeren een heel stuk moeten gaan afschalen en/of minder moeten produceren. Dat zorgt trouwens niet voor een voedseltekort in Nederland, zoals de boeren tijdens het protest lieten horen: 70 procent van wat de boeren in Nederland produceren gaat naar het buitenland. Er zal met de huidige doelstelling dan ook altijd meer dan genoeg landbouw overblijven om Nederland van eten te voorzien.
Meer lezen over klimaatdoelen? Lees dan Dit zegt het nieuwe regeerakkoord over duurzaamheid