Vaak zijn we heel pessimistisch over diersoorten die uitsterven. En dat is ook terecht, want omdat wij mensen een steeds groter deel van de aarde opslokken, is er steeds minder plaats voor planten en dieren. Maar er komen ook weer nieuwe diersoorten bij. Evolutie kan in bepaalde gevallen heel snel gaan. Maak kennis met nieuwe soorten als de Londense metromug, de Amerikaanse appelboorvlieg en de ruimteschimmel op het ruimtestation Mir.
De Londense metromug
Tijdens de Tweede Wereldoorlog moesten de Londenaren in de metro schuilen voor de onophoudelijke bombardementen tijdens de Slag om Engeland. Daar deden ze een vervelende ontdekking. Zij waren namelijk niet de enige bewoners van de metro. Een agressieve steekmuggensoort bleek de metrotunnels te hebben gekoloniseerd. Nu was er alleen een probleem. Althans voor biologen. Want de Londense metro bestond nog korter dan een eeuw.
Waar kwamen deze muggen, die goed waren aangepast aan de Londense metro, maar niet konden overleven in het Britse klimaat, vandaan? We weten nog steeds niet hoe deze muggen in de Londense metro terecht zijn gekomen. Ze zijn ondertussen ook op andere plaatsen gevonden. De soort is verwant met de gewone steekmug, maar komt vooral in Egypte en andere subtropische landen waar het niet vriest voor.
Naar het lijkt is deze mug op de een of andere manier in de Londense metro terechtgekomen. De soort lijkt qua uiterlijk precies op een gewone steekmug, maar overleeft de winter en blijft agressief doorgaan met steken. De soortnaam Culex molestus, tegenwoordig de ondersoort Culex pipiens molestus, is dus uitermate goed gekozen.
De appelboorvlieg als nieuwe diersoort
De vorming van niet één, maar zelfs twee nieuwe soorten tegelijk vond in Amerika plaats. De soort Rhagoletis pomonella doet zich tegoed aan appels en alleen aan appels. Nu is er alleen een probleem. De appel is ongeveer 150 jaar geleden in Amerika geïntroduceerd. En de nauwste verwant van Rhagoletis pomonella is een Amerikaanse soort die zich niet met appels voedt, maar met een inheems Amerikaanse plant, de meidoorn.
Met andere woorden: deze appelboorvlieg moet zich hebben ontwikkeld uit die soort. Ondertussen heeft ook de gespecialiseerde sluipwesp die leeft van deze soort, zich afgesplitst van de oorspronkelijke soort sluipwesp. Appelkwekers in Europa maken zich zorgen dat deze soort de oversteek maakt, want dan hebben we er weer een plaag bij voor de appelteelt. Al heeft zich, gelukkig, dan ook een sluipwespsoort ontwikkeld die deze plaag onder controle kan houden.
De gemuteerde ruimteschimmel
Het laatste mooie voorbeeld van specialisatie is de gemuteerde ruimteschimmel op het ruimtestation Mir. De schimmels op dit ruimtestation bleken zich kiplekker te voelen in de bijzondere omstandigheden aan boord. Russische kosmonauten klaagden over de hardnekkige schimmelplaag. Uiteraard interesseerde dit biologen erg en ze deden onderzoek. Toen bleek dat de gemuteerde variant in staat was om metaal, glas en kunststoffen als voedingsbron te gebruiken. De ongebruikelijke omstandigheden aan boord van het ruimtestation hebben waarschijnlijk de prikkel gegeven aan de schimmel om zich te muteren. Gelukkig is er nu geen ruimteschimmel meer, omdat het ruimtestation Mir op is gebrand in de atmosfeer. Duidelijk maakt dit wel dat het leven zich erg goed aanpast aan veranderende omstandigheden.
Meer lezen over diersoorten die zich aanpassen aan het klimaat? Lees dan hier verder.