Zoeken
Sluit dit zoekvak.
Zoeken
Sluit dit zoekvak.

Hoe kunnen we er samen voor zorgen dat Nederland duurzamer wordt? En dat we onze doelen uit het Klimaatakkoord van 2015 nog voor 2030 en 2050 halen? Dat vereist samenwerking van de overheid, industrie, consumenten en burgers. Iedereen draagt al een steentje bij, maar er moet nog veel gebeuren om de afgesproken doelen te behalen voor de dringende deadlines. De Nationale Klimaatweek van 31 oktober t/m 6 november 2022 staat geheel in het teken van duurzame samenwerking. Hoe staat het ervoor met de duurzaamheid van Nederland?

De feiten: hoe duurzaam is Nederland?

Al jaren presteert Nederland nog niet als het beste jongetje van de klas als het aankomt op duurzaamheid. Zo bungelen de cijfers van Nederland in percentages hernieuwbare energie helemaal onderaan de ladder van Europese landen. In 2019 kwam 8,7 procent van alle gebruikte energie in Nederland uit duurzame bronnen. Ons land scoort daarmee ver onder het Europese gemiddelde van 18 procent. In 2030 moeten minimaal 27 procent van al onze energie groen zijn. 

Er is wel veel progressie op het gebied van duurzame innovatie in Nederland. Zo maakte het kabinet voor de periode tussen 2021 en 2025 20 miljard vrij voor duurzame innovatie op de lange termijn. Denk aan het recyclen van plastics, kweekvlees, de energietransitie enzovoorts. In de aankomende drie tot vier jaar moeten verschillende projecten die onder het Nationaal Groeifonds vallen duurzame groei gaan realiseren in Nederland. 

Wat vindt (en doet) Nederland?

Ook de Nederlandse bevolking moet een extra steentje bij gaan dragen. Gelukkig is een meerheid van Nederland het daar mee eens, zo blijkt uit cijfers van het CBS.  Zij deden een steekproef onder de Nederlandse bevolking om het huidige duurzame gedrag van de bevolking in kaart te brengen. De feiten op een rij:

Vrouwen gedragen zich over het algemeen duurzamer dan mannen. Zo doen vrouwen bijvoorbeeld vaker een trui aan bij kou (73 procent, tegen 64 procent van de mannen), nemen minder vaak de auto bij korte afstanden (30 procent tegen 24 procent) en dragen vaker tweedehandskleding (16 procent tegen 9 procent). 

Het percentage vrouwen dat geen vlees eet is bovendien twee keer zo groot als het percentage mannen (6 tegen 3). Mannen en vrouwen verschillen daarentegen niet bij het nemen van korte douches, het licht uitdoen en het gebruik van de wasmachine, vaatwasser en droger. Ook het vlieggedrag verschilt niet.

Wat moet er nog gebeuren?

Ondanks deze mooie ontwikkelingen, staat er ons nog veel te gebeuren. De deadlines van 2030 en 2050 komen steeds dichterbij. Tegen die tijd moeten er grote stappen zijn gemaakt om in de afspraken uit het Klimaatakkoord van 2015 te voldoen. 

In 2030 moeten we volgens het Klimaatakkoord bijvoorbeeld in Nederland al bijna de helft (49%) minder broeikasgassen uitstoten dan we in 1990 deden. Dat betekent dat er per sector het volgende bespaart moet worden: Elektriciteit 20,2 Mton, Industrie 14,3 Mton, Gebouwde omgeving 3,4 Mton, Mobiliteit 7,3 Mton en Landbouw en landgebruik 3,5 Mton, zo valt te lezen op de website van het Nationale Klimaatakkoord.

In 2050 moet de uitstoot van broeikasgassen vervolgens met 95% afgenomen zijn. Om dit te realiseren worden er in verschillende sectoren maatregelen getroffen. Denk aan een verbod op benzine auto’s, het stimuleren van meer vegetarisch eten, een transitie van lineaire naar circulaire productie. Bijna alle sectoren zullen in de aankomende jaren een grote transitie ondergaan. 

Op de hoogte blijven van duurzame ontwikkeling? Lees dan 60 miljoen voor kweekvlees. Wanneer in de supermarkt?