Het vissersberoep bestaat al net zo lang als dat we rondlopen op deze aarde. Door de eeuwen heen hebben we steeds efficiëntere manieren gevonden om vis te vangen, uiteindelijk ten koste van de wereldwijde vispopulaties. In 1990 werden de eerste signalen van massale overbevissing geconstateerd. Populaties van verschillende vissen werden enorm teruggedrongen en zouden zonder ingrijpen dreigen uit te sterven. Kortom, tijd om in te grijpen.
Dalende vispopulaties sinds 1990
Veel soorten vissen waarop gevist wordt, zijn zogenaamd ‘langlevend’. Dit heeft als gevolg dat deze soorten er lang over doen om als populatie terug te groeien zodra deze sterk in aantallen is gedaald. Toen werd ontdekt dat het bestaan van deze soorten in gevaar kwam, werden visgebieden wereldwijd massaal gesloten. Naast de overbevissing zelf, vormde het gebrek aan kennis over de leefomgeving en het ecosysteem van de vissoorten een groot probleem. Daarom nam ook het onderzoek naar de leefgebieden en paringsrituelen van de vissoorten toe. Hoewel wereldwijd al werd ingegrepen, volgde in 2001 alsnog een aanklacht door een groep milieuactivisten. Als gevolg werden nog meer visgebieden gesloten, totdat de visserij beter gecontroleerd kon worden.
Met de jaren groeiden de vispopulaties terug. De condities van de leefgebieden werden beter en bovendien kreeg men steeds meer inzicht in het ecosysteem van de vissoorten. Hierdoor konden leefgebieden specifieker beschermd worden. Verder droeg ook het zogenaamde ‘catch-share program’ bij aan de comeback van verschillende vissoorten. Dit programma verplichtte vissers bijvangst te rapporteren, waardoor dit ook verder teruggedrongen kon worden. De visindustrie kreeg daarentegen enorme klappen te verduren door de sluiting van visgebieden.
Samen werken voor een oplossing
Hoewel de wereldwijde vispopulaties weer omhoog klommen, had de visindustrie nog steeds last van de gesloten visgebieden. Tijdens een review van deze gebieden in 2013 werd daarom een samenwerking geopperd met als doel weer meer vis gebieden te openen, maar specifieke habitats en ecosystemen te waarborgen. Om dit te bereiken, sloegen belanghebbenden uit de visindustrie en milieuactivisten de handen ineen.
De samenwerking werd opgericht om onterecht gesloten gebieden opnieuw te openen en gevoelige gebieden verder te sluiten. Zo brachten vissers bijvoorbeeld in kaart waar zij op koraal visten, zodat deze gevoelige gebieden gesloten konden worden. Daarnaast werden er wereldwijd weer gebieden geopend voor commerciële bevissing, omdat deze bijvoorbeeld onterecht waren gesloten, bijzonder productief zijn, of dicht bij de haven liggen. Als resultaat wordt nu 15.000 vierkante mijl gevoelig leefgebied beschermd en is 3.000 vierkante mijl opnieuw geopend voor de visindustrie.