Niet alleen hebben de steeds hogere CO2-gehaltes een grote invloed op het klimaat, als deze extreem hoog worden, heeft dat ook gevolgen voor onze gezondheid. Boven de 800 ppm ontstaan namelijk al de eerste verschijnselen van een lichte CO2-vergiftiging.
Steeds snellere stijging
Sinds ongeveer 1850 zijn de CO2-gehaltes van de atmosfeer sterk aan het stijgen. Jullie kennen allemaal natuurlijk de hockeystickgrafiek, zoals deze hiernaast te zien is.
De afgelopen paar duizend jaar schommelde het CO2-gehalte min of meer stabiel rond de 280 ppm. Rond 1850 is het afgelopen met deze schommelingen en stijgt het CO2-gehalte. Eerst in milde mate, dan vanaf 1980 in recordtempo.
Op het moment dat ik dit artikel schrijf, februari 2023, is het CO2-gehalte al gestegen tot 420 ppm. Dat was het CO2-gehalte tijdens het plioceen. Het CO2-gehalte stijgt op dit moment met ongeveer 2,6 ppm per jaar. Er zijn zelfs tekenen dat de stijging zich aan het versnellen is. Een eenvoudige berekening leert, dat als de stijging van 2,6 ppm per jaar aanhoudt, het CO2-gehalte omstreeks het jaar 2100 zo n 200 ppm hoger dan nu komt te liggen, dus rond de 620 ppm. Klimaatmodellen zijn nog pessimistischer, en voorspellen atmosferische gehaltes tussen de 670 ppm tot 936 ppm.
Voor planten, waarvoor kooldioxide een belangrijke voedingsstof is, is dat goed nieuws. De extra CO2 komt voor hen als geroepen- de helft van alle planteneiwit bestaat uit één enkel enzym: rubisco. Rubisco is het enzym, dat CO2 uit de lucht vangt, wat duidelijk maakt dat voor planten CO2 heel erg belangrijk is.
Voor ons mensen heel wat minder. De CO2 belemmert namelijk ons vermogen om zuurstof op te nemen en ons bloed te reinigen van de door onszelf geproduceerde kooldioxide. Bij een lichte verhoging van het CO2 gehalte in de lucht is dat nog geen probleem. Bij een grotere verhoging, komen we in de gevarenzone terecht. Waar precies ligt deze gevarenzone? Uit literatuur is de volgende grafiek bekend.
Vanaf 800 ppm de eerste gezondheidsproblemen
Op het eerste gezicht lijkt het dat we nog wel even voort kunnen. Immers, zelfs als het CO2-gehalte boven de 620 ppm uitkomt, kunnen we nog ademen zonder gezondheidsproblemen. Maar schijn bedriegt hier. We brengen namelijk de meeste tijd binnenshuis door, en omdat wij zelf ook CO2 produceren, is het CO2-gehalte binnen hoger dan buiten. Gemiddeld is dat zo’n 200 ppm hoger dan buiten. Dus als het CO2-gehalte in de buitenlucht boven de 600 ppm uitkomt, is dat binnen gemiddeld 800 ppm. Dan zitten we binnen al op de rand of daarboven. Dit heeft uitermate vervelende gevolgen voor onze gezondheid.
In het reviewartikel Direct human health risks of increased atmospheric carbon dioxide in het vooraanstaande wetenschappelijke tijdschrift Nature Sustainability, onderzochten de auteurs de directe gevolgen op ons lichaam van het hogere CO2-gehalte in de atmosfeer. Deze zijn nu al merkbaar. Geen wonder. Ze wijzen erop dat wij mensen het grootste deel van het bestaan van onze soort tijdens de ijstijd hebben geleefd, toen het CO2-gehalte in de lucht gemiddeld 250 ppm was. Met andere woorden, het CO2-gehalte nu is al veel hoger dan waar we aan gewend zijn. Met ons enorm grote brein, dat heel veel zuurstof gebruikt, zijn wij kwetsbaarder dan alle andere diersoorten.
Effect binnen nog versterkt
We brengen bijna al onze tijd binnen door, waardoor we een groot deel van de tijd bloot worden gesteld aan concentraties boven de 1000 ppm. Iets wat je direct merkt: sufheid. Daarom voelt het de volgende ochtend ook zo goed als je met de ramen open hebt geslapen. Ook krijgen ontstekingen meer kans. Bij hoge CO2-gehaltes voelen mensen zich gestrest en ook hun lichaam vertoont biochemische markers van stress. Ook onze botten worden aangetast: ze demineraliseren. Onze nieren lijden dan juist weer aan het omgekeerde probleem, verkalking.
Dus zelfs als je je niet zoveel zorgen maakt om de gevolgen voor het klimaat, of voor de verzurende oceanen, is er een heel goede reden om ervoor te zorgen dat het CO2-gehalte in de atmosfeer niet verder stijgt. Onze eigen gezondheid. Wellicht kunnen we ons beter in plaats van de stijgende temperaturen, druk maken over het CO2-gehalte van de atmosfeer zelf. Want als de buitenlucht omstreeks 2100 even bedompt is als nu de binnenlucht, kunnen onze achterkleinkinderen nooit meer frisse lucht inademen. Tenzij we net als in de film Spaceballs ingeblikte lucht gaan inademen…