Zoeken
Sluit dit zoekvak.
Zoeken
Sluit dit zoekvak.

De gemiddelde westerling heeft de kledingkast vol hangen met tientallen kleren. Dat heeft een behoorlijke impact op de planeet. Hoe kunnen we duurzamer omgaan met onze kleding?

Waarom hebben we eigenlijk zoveel kleding?

We dragen nu veel verschillende kleding, omdat we passende kleding willen hebben voor verschillende situaties. Dit geldt natuurlijk vooral voor zomer- en winterkleding, maar ook bijvoorbeeld sportkleding, reiskleding, uitgaanskleding, feestkleding en kleding voor officiële gelegenheden. Vaak is dat kleding, die we maar enkele keren in ons leven dragen. Modieuze mensen willen ook kleding dragen die bij de tijd is.

Middeleeuwse kleding. Bron: Dragonheart. Let op: in bepaalde kledingstukken van Dragonheart zijn niet-natuurlijke materialen verwerkt, check dus per artikel.

Een andere verklaring is dat kleding heel goedkoop is en dat in het dagelijks leven het heel belangrijk is hoe je eruitziet. Vooral als de mensen om je er goed gekleed zijn, heb je zelf ook de neiging om je beter te kleden. Gevolg is wel, natuurlijk, dat je meer uitgeeft aan kleding en je garderobe voller en voller wordt.

De middeleeuwen: jaren doen met een wollen of linnen hemd

In de middeleeuwen hadden onze voorouders veel minder kledingstukken dan nu. Hier in Nederland had de gemiddelde middeleeuwer één of twee wollen tunieken, broek of rok en wellicht een lange pij. In de rest van de wereld was de situatie vergelijkbaar, of zelfs nog armoediger.

Daar was ook een goede reden voor. Het maken van kleding kostte heel veel tijd en was daardoor duur. Wol en vlas moesten eerst gesponnen worden tot een draad, en daarna geweven. Het kostte enkele dagen om een kleed te weven, en kleding van wol of linnen ging daarom vaak tientallen jaren mee. Was een kledingstuk versleten? Dan werd het losgetornd en daarna met de binnenzijde naar buiten weer vastgenaaid. Daarom waren in de middeleeuwen vooral vormen van textiel populair die lang mee gingen, en uit lokale materialen vervaardigd konden worden. Wol, linnen en neteldoek.

Wol gaat jaren mee en linnen ook. Linnen wordt in de loop der jaren zelfs prettiger om te dragen, omdat de vezels zachter worden. Middeleeuwers hadden dus vele jaren plezier van hun linnen hemd.

Neteldoek werd gemaakt van brandnetels. Het voordeel van neteldoek is dat het uit holle, isolerende vezels bestaat. Dat maakt neteldoek, net als wollen kleding, een warm weefsel.

Uit archeologische vondsten blijkt dat al ver voor het jaar nul, deze drie materialen werden gebruikt om kleding van te maken. Ook hennepvezels werden soms gebruikt voor kleding. In feite is neteldoek een sterker en beter materiaal dan katoen. Waarom we dan toch over zijn gestapt op katoen? Dat heeft alles te maken met het oogsten en verwerken van vezels. Het was in die tijd makkelijker om slaven katoen te laten plukken, dan om brandnetels te oogsten. Want brandnetelstengels moeten eerst een paar weken fermenteren voordat de vezels er uit kunnen worden gehaald. Katoen groeit in pluizige zaaddozen, die je kan kammen in vezels.

Wat kunnen we leren van de middeleeuwers?

De middeleeuwers leefden min of meer in harmonie met hun omgeving. Min of meer, want het gebeurde geregeld dat door bijvoorbeeld overbevolking, vulkaanuitbarstingen of veranderingen in weerpatronen, hongersnoden uitbraken. Maar de problemen van nu, met de vervuiling van de omgeving door microplastics en de ook al weinig milieuvriendelijke katoenteelt, waren er toen nog niet.

Dus als we meer in harmonie met de natuur willen leven, is het geen gek idee om over te stappen op de vezels van de middeleeuwers. Vooral de plantaardige vezels, zoals linnen en neteldoek, zijn ecologisch verantwoord, maar als je met een wollen kledingstuk jarenlang doet, kan ook dit een enkele keer.

Weliswaar zijn kleren die gemaakt zijn van deze vezels duurder dan kleding van nylon of katoen, maar ze gaan wel veel langer mee omdat bijvoorbeeld neteldoek twee keer zo sterk is als katoen. Ze zijn (net als overigens katoen) ook hypoallergeen, wat betekent dat je huid niet geïrriteerd raakt als je linnen kleding of neteldoek draagt.

Ook kunnen we wat kritischer kijken naar ons kledinggebruik. Hebben we echt wel zoveel kleding nodig? Hoe minder kleding we hebben, hoe minder ruimte er ook nodig is om die op te bergen.