Het lijkt erop dat het coronavirus meer schade aanricht in gebieden met intensieve veehouderij. Dit zou te maken kunnen hebben met de luchtkwaliteit in die gebieden. Vooral Noord-Limburg en Oost-Brabant worden hard getroffen door het virus. Of er een causaal verband bestaat tussen de coronabesmettingen en de intensieve veehouderij is nog onduidelijk.
Om het coronavirus effectief te kunnen bestrijden, is het belangrijk om te onderzoeken wat de besmetting verergert. Doordat het virus effect lijkt te hebben op de longen van patiënten, is dit een goed startpunt voor onderzoekers. Eerder onderzoek van de stichting Veehouderij en gezondheid omwonenden (VGO) liet zien dat omwonenden van geitenhouderijen vaker last hebben van longontstekingen. Nu moet er onderzocht gaan worden of de intensieve veehouderij een effect heeft op de ziekteverschijnselen van corona. Minister Carola Schouten heeft het RIVM gevraagd om het onderzoek uit te voeren.
En carnaval dan?
Toen het coronavirus oplaaide in delen van Brabant en Limburg leken de carnavalsfeesten de oorzaak te zijn. Meerdere mensen met vastgestelde besmettingen hadden aangegeven carnaval gevierd te hebben. Onno van Schayck, hoogleraar preventieve geneeskunde in Maastricht, ziet echter een verschuiving in de besmettingen. Zo werden de meeste besmettingen eerst in West-Brabant vastgesteld, maar liggen de cijfers nu hoger in Oost-Brabant en Noord-Limburg. En daar valt meer intensieve veehouderij te vinden. Jos van de Sande, voormalig hoofd infectiebestrijdingen van GGD Hart van Brabant, geeft ook aan dat het onwaarschijnlijk is dat de cijfers alleen een resultaat zijn van de carnavalfeesten. Zo zijn er minder besmettingen in Tilburg en Den Bosch dan in Oost-Brabant en Noord-Limburg, terwijl er daar ook hard gecarnavald is. “Mensen in het oosten van Brabant worden ook nu weer ernstiger ziek dan elders. Het is té toevallig, alles bij elkaar”, zegt Van de Sande.
Het verband tussen de intensieve veehouderij en corona
Maar wat heeft de veehouderij dan precies met het coronavirus te maken? Intensieve veehouderijen zijn grote uitstoters van fijnstof, stikstof en ammoniak. En precies in de gebieden met hoge concentraties van deze stoffen vallen er veel coronaslachtoffers. Het is mogelijk dat het coronavirus aan receptoren bindt die meer voorkomen in de longen van mensen die leven in gebieden met een slechtere luchtkwaliteit. Het is nog niet zeker of één van deze stoffen een effect heeft op de ziekteverloop van het coronavirus. Wel heeft de Vrije Universiteit van Amsterdam een rapport gepubliceerd waarin er een verband gelegd wordt tussen fijnstof en corona. Volgens hun onderzoek is het aantal coronagevallen bijna twee keer zo hoog in gebieden met 20% meer fijnstof in de lucht. Niet alleen in Nederland, maar ook in landen zoals Duitsland, Spanje en Italië zou de luchtkwaliteit invloed kunnen hebben op het aantal coronabesmettingen.