Zoeken
Sluit dit zoekvak.
Zoeken
Sluit dit zoekvak.

Afgelopen maand werd de derde Nationale Bijentelling uitgevoerd. Niet alleen op het platteland, maar ook in de steden telden mensen veel bijen. Deelnemers vonden gemiddeld 14 bijen en zweefvliegen per tuin. Het lijkt erop dat de aandacht voor de bijen zijn vruchten begint af te werpen.

Op 18 en 19 april gingen duizenden mensen voor een halfuurtje de tuin in om bijen te tellen. Er werd een recordaantal bijen geteld: in totaal 136.027. Op nummer 1 stond de honingbij met een totaal van 54.530. Ook het aantal mensen dat meehielp met tellen was een record, namelijk meer dan 10.000. Dat er dit jaar een recordaantal mensen meehielp aan de Nationale Bijentelling had waarschijnlijk te maken met het coronavirus. Doordat veel mensen noodgedwongen in thuisisolatie zitten, was er meer tijd om even de tuin in te gaan. 

Beter dan voorgaande jaren

In 2018 werden er 40.000 bijen geteld door 4.000 mensen en in 2019 deden er 5.000 mensen mee. Toen telden ze er 54.000. Dat brengt het gemiddelde aantal bijen per tuin in 2018 tot 10 en in 2019 met een kleine stijging tot 11. In 2020 is het gemiddelde aantal zelfs van 11 naar 14 gegroeid. Het lijkt dus langzaamaan weer beter te gaan met de bij. De organisatie was erg blij met de uitkomst. Door het grote aantal deelnemers is er veel kostbare informatie verzameld. Zo laten de cijfers nu duidelijker de situatie zien in verschillende delen van Nederland en gevarieerde omgevingen.

Het belang van de bijen

Het tellen van de bijen is een belangrijke manier om de totale populatie in de gaten te houden. Verstuiving door bijen en andere insecten is cruciaal voor veel voedingsgewassen. Ongeveer 80 procent van onze voedingsgewassen heeft deze bestuiving nodig. Als de bij uitsterft, zouden we veel van deze gewassen verliezen. Hieronder vallen veel groente- en fruitsoorten, maar ook mosterd zou niet meer verkrijgbaar zijn. Om de diersoort te behouden en te stimuleren, zijn er in de laatste jaren veel maatregelen genomen. Zo zaaien meer mensen speciaal voor de bij en bouwen ze bijenhotels.

Beeld: Tjomme Fernhout