Eerder schreven we al dat Oslo van plan is ‘s werelds eerste plasticvrije stad te worden. Ons eigen Amsterdam mag echter niet achterblijven. Recentelijk kondigde de Gemeente Amsterdam aan dat de stad in 2030 50% minder nieuwe grondstoffen wil gebruiken, en in 2050 zelfs 100% circulair wil zijn. “Een stad waar we waardevolle materialen en grondstoffen hergebruiken en geen afval produceren”. Een ambitieus plan, die de stad wil verwezenlijken door de handen in één te slaan met Britse econoom Kate Raworth. Met behulp van haar wereldberoemde ‘Doughnut Economics’ wordt Amsterdam straks hopelijk ‘s werelds eerste circulaire stad.
Wat is een donut economie?
Het boek Doughnut Economics: Seven Ways to Think Like a 21st-Century Economist verscheen in 2017 en was per direct een wereldwijde bestseller. Het economische model, waarvan de werking uitgelegd k
an worden aan de hand van een donut vorm, is ontworpen aan Oxford’s Environmental Change Institute door de Britse econoom Kate Raworth. Uniek aan het model, en waarschijnlijk ook de reden dat het zo enorm populair is, is dat het model gebaseerd is op de ecologische limieten van de aarde, maar daar ook het aspect van sociale gerechtigheid aan toevoegt. Op die manier laat het model ons niet alleen nadenken over economische oplossingen voor de klimaatcrisis, maar ook voor de wereldwijd toenemende sociale ongelijkheid.
Het model werkt als volgt. De binnenste ring van de donut representeert de minimale eisen voor een menselijk bestaan, zoals schoon drinkwater, onderdak, hygiëne, onderwijs en gender gelijkheid. Deze criteria zijn opgesteld aan de hand van VN’s duurzame ontwikkelingsdoelstellingen, een lijst van zeventien doelen die door landen over de hele wereld en politici van alle kleuren is samengesteld en ondertekend. Iedereen wiens leven niet aan deze minimale standaarden voldoet, leeft in het gat van de donut. De buitenste ring van de donut representeert de ecologische limieten van de aarde. Deze limieten zijn gebaseerd op wetenschappelijk klimaatonderzoek. Het beschrijft de grenzen die de mens niet moet overschrijden om de aarde
haar klimaat, oceanen, bossen, atmosfeer en verschillende vormen van leven te beschermen.
Het eetbare gedeelte van de donut, de ruimte tussen de binnen- en de buitenste ring, is waar we ons als mensheid willen bevinden. Dat zou namelijk betekenen dat aan iedereens levensbehoeften wordt voldaan, binnen de grenzen van de planeet. Alhoewel het model niet directe oplossingen aanlevert, staat het sterk in verband met circulaire economische denkbeelden, waarin hergebruik centraal staat.
Een spiegel voor de stad
In samenwerken met de gemeente Amsterdam heeft Raworth een speciale Stadsdonut voor Amsterdam ontwikkeld. Hiervan valt af te lezen op welke vlakken de Amsterdamse economie haar bewoners niet van standaard levensbehoeften voorziet en/of de draagkracht van de aarde overschrijdt. Ook laat het zien hoe de verschillende problemen aan elkaar gelinkt zijn.
“In eerste instantie is het een spiegel,” zegt wethouder Marieke van Doorninck tegen VPRO. “Het laat ons zien waar we staan, en het laat ons zien waar we door de ondergrens heenzakken of buiten de bovengrens gaan. En dat geeft ons dus ook meteen een handelingsperspectief: waar moeten we aan gaan werken?”
De Amsterdamse donut fungeert op deze manier als een nieuwe basis voor beleidsvorming. Aan de hand van het Raworth’s analyse heeft de stad ingezet op drie categorieën of ‘waardeketens’: Voedsel en organische reststromen, consumptiegoederen en gebouwde omgeving. Het was binnen deze categorieën dat er nog veel invloed uitgeoefend moet worden om in dat eetbare gedeelte van de donut terecht te komen. Dit wordt geïllustreerd door het feit dat de import van voedsel, bouwmaterialen en consumptiegoederen vanuit buiten de stadsgrenzen welgeteld 62% van Amsterdams totale CO2-uitstoot bedragen.
Van lokaal naar (inter)nationaal
De Amsterdamse donut maakt daarnaast ook duidelijk hoe verbonden de Amsterdamse economie is met de rest van de wereld. Zo laat het model zien dat de Amsterdamse haven ‘s werelds grootste importeur van cacao is. Deze cacao is grotendeels afkomstig uit West-Afrika, waar de arbeidsomstandigheden vaak onmenselijk zijn. Door zoveel cacao te importeren is Amsterdam een belangrijke factor in dit onrecht. Zoals Raworth tegen The Guardian zegt: “Who would expect in a portrait of the city of Amsterdam that you would include labour rights in west Africa? And that is the value of the tool.”
Volgens wethouder Van Doorninck werkt de gemeente op drie niveaus: “Wat kunnen we als stad en metropool zélf? Waarmee moeten we naar de Rijksoverheid? En waarmee naar de Europese Commissie?” Op die manier kijkt de stad niet alleen naar de producten die binnen de stad gerepareerd of hergebruikt moeten worden, maar naar de volledige keten van die producten, ook buiten de stads- en landsgrenzen.
“We kunnen niet meer doen alsof alles oneindig is, terwijl we in een eindige wereld leven. Daar zullen we ons op moeten gaan aanpassen. En Amsterdam is daar heel ambitieus in, dus waar wij dat lokaal kunnen doen, zullen we dat ook doen. Maar op de andere bestuursniveau’s moet daarover ook meegedacht worden,” aldus Van Doorninck.
De voortgang van het Amsterdam Circulair project kan je de komende tijd volgen via deze speciaal ontwikkelde Monitor. Deze brengt de weg die grondstoffen en materialen die de stad binnenkomen in kaart tot hun verwerking.